Sommige mensen hebben een positieve blik: Ik ben iemand die zich goed voelt over zichzelf, ik ben oke zoals ik ben. Anderen kunnen een negatief beeld over zichzelf hebben: Ik ben iemand die zich niet goed voelt over zichzelf. Er is iets fundamenteel mis met me. En anderen hebben misschien een gevoel over zichzelf als: Ik ben iemand met een gewichtsprobleem. Ik zal me nooit meer goed over mijzelf voelen totdat ik een gewicht bereik waarbij ik er pas echt goed uitzie.
Eten als we geen honger hebben is een poging om niet de ervaring te hebben van de “slechte” persoon te zijn, die we ten onrechte denken te zijn. Dus om er mee om te gaan met deze onbewuste en de bijbehorende negatieve gedachten over jezelf, gaan we eten.
In feite zijn we niet de verschrikkelijke persoon die velen van ons denken dat we zijn. Die negatieve gevoelens zijn niets meer dan de gevoelens die afkomstig zijn van negatieve overtuigingen over jezelf, overtuigingen die niet de echte waarheid zijn. Overtuigingen zoals ik ben niet goed genoeg. Ik ben niet belangrijk. Ik ben niet het niet waard of ik verdien het niet. Ik ben niet sympathiek. De invloed van de opvoeding in de kindertijd is hierbij uiterst belangrijk. …. Als deze beprekende overtuigingen worden geëlimineerd, dan verdwijnt de negatieve betekenis die we hebben over onszelf.
Te vaak zien we onszelf op een negatieve manier. Toch is het niet wie we werkelijk zijn. Dit komt namelijk door beperkende overtuigingen en conditionering. We kunnen onszelf ervaren als iemand met een eetprobleem. Dat is ook niet wie we werkelijk zijn.